Anyway, ik heb vandaag Hoofdstuk 5 afgekregen! Veel plezier met lezen
Hoofdstuk 5Robin L voelde dat het pijn ging doen als hij zijn ogen open zou doen toen hij wakker werd. Wat had hij weer enorm vreemd gedroomd. Hij ging haast denken dat hij Hubrecht zijn vreemde droom virus had overgenomen. Zijn hoofd stond op barsten, het feest was gisteren nog tot in de vroege ochtend doorgegaan, hij had ook geen idee wie er nog waren en wie niet. Hij kon zich sowieso eigenlijk vrij weinig herinneren. Robin L besloot toch maar zijn ogen open te doen.
“Whaa!” Robin L schrok zo erg dat hij maar bleef staren naar de enorme groene ogen die voor zijn gezicht naar hem aan het staren waren.
“Ook goede morgen.”
“Ik droom. ” Robin L wreef in zijn ogen en keek nog een keer naar de enorme bruine langharige boskat met grote groene ogen, die op zijn borstkas zat.
“Dat mocht je willen! Wat denk je dat je aan het doen bent?!”
“Waar heb je het over? Oh geweldig, ik word gek, ik ben aan het praten tegen een pratende kat…”
“Jij word gek?! Man, kijk om je heen! Het ene moment besta ik niet meer en het volgende moment ben ik ineens bij jou, als een pratende kat! Wat dacht je Vlins?! Waar ben je in hemelsnaam mee bezig?!”
“Maar…hè? Jij bent het meisje uit mijn verhaal van 3 jaar geleden? Hoe is dat mogelijk?!” Robin L probeerde zich peinzend te herinneren wat er die nacht allemaal gebeurd was, maar het was allemaal verdwenen.
“Ach, ik heb nu in ieder geval een naam. Chess. Aangenaam.” Chess sprong van zijn borst af en ging op Robin L zijn voeteneind zitten.
“Chess als in Cheshire Cat van Alice in Wonderland?” vroeg Robin L. Toen pas viel het hem op dat hij niet bepaald in dezelfde kamer lag als was aangewezen als zijn slaapkamer. Dit leek eigenlijk helemaal niet op een kamer uit de bungalow. “Waar zijn we eigenlijk?”
“Hoe moet ik dat weten? Een of ander spookhuis met een hoop tarantula’s. Scheelt mij het hele zoeken naar eten trouwens, ze zitten toch overal. Natuurlijk hoef jij geen kattenvoer te kopen zolang ik hier ben, wat niet lang is hopelijk. Je hoeft alleen je novel maar te vinden en alles weer normaal te maken.”
“Ik weet niet eens of ik een novel heb, Chess. Ik word wakker met een pratende kat op mijn bed, wat jij bleek te zijn, waarschijnlijk in het huis van de clip van onze Spiders video. Wie weet wat er nog meer veranderd is!” Robin L sprong uit bed, trok de sloffen aan die hij van Laurens gekregen had en liep richting de badkamer om zich om te kleden.
“Ik ga wel alvast rondkijken,” zei Chess en glipte door het kiertje van de deur.
Toen Robin L uit de badkamer kwam, die gelukkig tarantula vrij was, zat Chess alweer op zijn bed te wachten.
“Het is een enorme puinhoop. Er liggen een hoop mensen overal door het huis heen te slapen. Six is trouwens niet meer thuis.”
“Waar is Six gebleven dan?” vroeg Robin L, die naast Chess ging zitten.
“Oh, die loopt op wolkjes.” Chess sprong van het bed af op de vensterbank en keek omhoog. Robin L volgde haar blik en zijn ogen werden groot.
“Six kan vliegen?!” Robin L keek naar Hubrecht, zijn witte pluizige haar viel haast niet op tussen de wolkjes, waar hij overheen aan het huppelen was. “Hij is
echt manisch.”
“Jij moet ook vrij manisch geweest zijn om dit allemaal te bedenken.” Chess keek naar Robin L, en hij keek terug naar haar.
“Je gaat er al vanuit dat ik het gedaan heb hè?”
“Wie anders? Jij bent de enige die het gedaan
kan hebben! Je novel is trouwens nergens te bekennen, maar ik zag ook iemand ermee wegrennen gisteren.”
“En wie was het?”
“Ik wil niemand de schuld geven of zo…okay dat wil ik wel. Laurens ging er vandoor met je novel. Maar natuurlijk weet hij vast nog wel waar hij hem gelaten heeft, en dan kan ik weer terug naar…waar ik ook terecht ben gekomen na het vliegtuigongeluk.” Meteen voelde Robin L zich weer schuldig, een zwaar gevoel kwam terug in zijn maag.
“Ik heb je gemist, Chess. Echt heel erg.” Chess glimlachte, precies zoals de Cheshire Cat dat kon.
“Ik jou ook Pluis.” Robin L pakte Chess op en hield haar tegen zich aan terwijl hij naar de deur liep.
“Waar gaan we heen?” vroeg Chess, terwijl ze omhoog keek.
“Even kijken wat er allemaal veranderd is. Maar ik weet één ding zeker; jij gaat voorlopig nergens heen.”
Robin L was de kamer nog niet uit of hij hoorde een knal uit een van de kamers komen. Hij keek naar Chess.
“Laurens zijn kamer,” zei die en rolde met haar ogen. Robin L zette Chess neer op de grond en liep naar de kamer, die volgens Chess van Laurens was, en opende de deur. Laurens hing uit het raam met een champagnefles in zijn handen.
“Wat ben je aan het doen?!” vroeg Robin L, terwijl hij Chess langs zijn benen voelde glippen.
“Man, ik kan niet slapen! Er zijn al vanaf half 5 uur vanmorgen gieren voor mijn raam aan het blèren! Ik had geen geweer of zo, dus nu doe ik het maar gewoon zo!” Laurens pakte nog een fles champagne, die hij in de vensterbank had gezet, schudde ermee, verdween weer half uit het raam en liet de kurk eruit schieten. Knal! Vlak erna plofte iets op de grond neer.
“Ha! Raak!” Laurens kwam tevreden weer naar binnen.
“Witte!” Chess stormde op Laurens af, sprong op de vensterbank en keek hem grijnzend aan.
“Nee…ben jij het?!” Laurens tilde Chess op en knuffelde haar. “Ik kan niet geloven dat je terug bent! Een beetje harig misschien, maar goed, je bent er! Wat heb ik jou gemist zeg!”
“Ik jou ook!” Chess kroop tegen Laurens aan en Laurens liep met haar in zijn armen naar Robin L.
“Enig idee wat er met het huis is gebeurd trouwens?” vroeg hij. Robin L haalde zijn schouders op.
“Volgens Chess heb ik weer geschreven…dat kan ook haast niet anders…maar ik kan me niks meer herinneren!”
“Oh, ze heet nu Chess! Chill!”
“Maar ik ga er zo weer vandoor, jullie weten dat ik niet kan blijven,” zei Chess, die omhoog keek met haar enorme groene ogen.
“Hoe wou je dat gaan doen, Robin L kan zich niet eens meer herinneren
dat hij heeft geschreven, laat staan
waarin hij heeft geschreven!”
“Meikes dummy…,” mompelde Robin L.
“En ik zag jou er gister mee wegrennen, dus geef hem nou maar terug, dan kan alles weer normaal worden. Ik geloof nooit dat het gezond is voor Six om zoveel zuurstof binnen te krijgen daar bovenop die wolken!”
“Wacht…Six is nu aan het vliegen?!” Laurens rende terug naar het raam, nadat hij Chess op de grond had gezet, en keek naar beneden. Hubrecht lag knocked-out in het grasveld, Laurens had geen gier geraakt maar arme Hubrecht.
“Sorry!” riep Laurens naar beneden. Met zijn drieën renden ze de trap af naar beneden om te kijken of Hubrecht okay was, maar toen ze beneden kwamen zagen ze de enorme ravage die Chess al eerder beschreven had. Alle leden van MiMi Soya, Jochem van Only Seven Left en alle leden van The Hot Stewards lagen over de grond heen. Het was een complete puinhoop, alles lag vol met eten, drank, lege flessen, bakjes en noem het maar op.
“Zou de rest al naar huis zijn?” fluisterde Robin L, die langzaam zijn hoofdpijn weer voelde opkomen.
“Ja, ze kregen alleen deze mensen hier niet meer mee omdat ze te dronken waren of gewoon helemaal van de kaart waren. De ouders van Hinne en Jochem hebben Only Seven Left opgehaald, min Jochem, want die was niet bij Jorja weg te slaan, de jongens van Kensington werden opgehaald met een taxi, en Bart was nog enigszins nuchter en heeft de rest van de crew meegenomen. Wacht eens even…” Laurens liep naar de keuken en zuchtte. In de nu spookachtige keuken zat Banus aan de minibar, nog altijd zuipend.
“Banus!” riep Laurens. Geen reactie. “Banus!” Weer niks, hij bleef maar drinken.
“Hij zou toch niet gewoon in zijn slaap aan het drinken zijn hè?” vroeg Robin L. “Kan dat?”
“Banus kan alles.” Laurens liep naar Banus toe en gaf hem een zet, waardoor hij van de barkruk viel en op de grond terecht kwam. Daar sliep hij snurkend verder. Chess was langs hem heen gerend en glipte door de buitendeur.
“Moeten we hem nog ergens heen verplaatsen?” vroeg Robin L, wijzend naar Banus. Laurens schudde zijn hoofd.
“Laat maar liggen, net als de rest wordt hij vanzelf wel weer wakker. Mocht het langer dan 24 uur duren, dan gaan we wel iemand bellen.” Plotseling kwam er een geluid uit de tuin. Robin L en Laurens liepen snel naar de deur en openden hem, waarachter ze Chess vonden, het haar haren overeind en fel blazend. Al snel hadden ze door waarom: Tom was door de tuin aan het wandelen met een leeuw.
“Rustig maar Chess,” zei Robin L, terwijl hij haar optilde en tegen zich aan hield. Ze liepen met een boog om Tom heen, die hen niet eens in de gaten had, en zagen al snel Hubrecht liggen. Hij begon langzaam een beetje bij te komen.
“Six! Gaat het een beetje?” vroeg Laurens, die bij hem neer knielde, net als Robin L.
“Ja, eigenlijk wel hoor. Het ene moment vloog ik heerlijk door de lucht, en ineens kreeg ik iets tegen mijn hoofd aan en weet ik niks meer!”
“Ja wat zou dat nou geweest zijn…,” mompelde Laurens, die snel de andere kant op keek. Hubrecht klom voorzichtig overeind en merkte toen Chess op.
“Hey Six!” lachte zij en sprong op schoot.
“Nee, je bent echt terug! Ik kan het gewoon niet geloven!” Hubrecht knuffelde Chess, en Chess keek grijnzend omhoog.
“Ik ben blij dat jullie mij ook gemist hebben!”
“Hoe kunnen we je nou niet missen?!” lachte Hubrecht. “Alleen jammer dat je precies een kat bent geworden, leuk voor Pluis, maar ik ben niet zo gek op katten, vooral niet als ze gaan lopen nagelen!” Chess kreeg in een keer een gemeen lachje op haar snoet en zette haar nagels uit in Hubrechts been.
“Zo?”
“Ahhh, Chess!” Hubrecht plukte Chess van zijn schoot af en zette haar naast zich op de grond. “Moest dat?”
“Ja dat moest!” Chess haar grijns verdween compleet toen ineens Tom aan kwam lopen met zijn leeuw. Zonder iets te zeggen rende ze weg richting het huis.
“Goede morgen!” lachte Tom. “Hebben jullie Romeo al gezien? Ik werd wakker en hij lag zomaar op mijn kamer te slapen!”
“Hij valt moeilijk te missen, T!” zei Laurens. “Weet jij nog iets van gisteravond? Of Vlins geschreven heeft of zo?”
“Ik weet nog zeer weinig vrees ik…” Tom dacht even diep na en schudde toen zijn hoofd. “Nee, ik weet alleen nog dat ik wakker werd en Romeo vond, en dat het eigenlijk best normaal voelde, alsof ik hem al jaren heb.”
“Dat had ik ook, ik werd wakker en ik wist dat ik kon vliegen!” lachte Hubrecht.
“Hoe wisten jullie eigenlijk meteen dat Chess het meisje uit mijn verhaal was?” vroeg Robin L.
“Haar stem…en…ik weet niet, ook dat was alsof het zo hoorde,” zei Laurens, en Hubrecht knikte.
“Ik heb haar nog niet eens gezien! Hoezo heet ze Chess dan? Ziet ze er anders uit?” vroeg Tom.
“Ze is een kat,” zei Hubrecht, wrijvend over de plekken op zijn benen waar Chess haar nagels in had gezet.
“Maar goed ook dat ik haar niet heb gezien dan, aangezien ik allergisch ben!” lachte Tom.
“Waarom ben je eigenlijk niet allergisch voor Romeo? Dat is toch ook een kat?”vroeg Laurens. Tom haalde zijn schouders op.
“Geen flauw idee.” Het bleef even stil.
“Zullen we het huis maar een beetje gaan opruimen? Volgens mij heeft Chess de meeste tarantula’s al weggehaald. Waar is Wafel eigenlijk?”
“Die ging vanmorgen ineens ergens heen, maar waar weet ik niet,” zei Hubrecht. “Maar je hebt gelijk, laten we gaan opruimen!” Met een grote glimlach vloog Hubrecht letterlijk naar de deur van het huis.